Een eindeloze toekomst, zonder verhaal
"De toekomst is eindeloos" van Roland van der Vorst kwam vorige week uit. De flap beloofde weinig clichés over digitalisering, en dat maakt Van der Vorst zeker waar. Het is een bedachtzaam boek: filosofisch, maar tegelijkertijd toegepast op onze dagelijkse belevingswereld.
Helder en toch ook doorwrocht ontleedt Van der Vorst de impact van digitalisering op ons denken. Hij laat zien hoe bedrijven niet meer zoals vroeger een afgebakend product met een verhaal neerzetten, maar van tijd tot tijd alleen wat nieuwere diensten, updates en apps op de markt brengen. Die slurpen voortdurend onze aandacht op, en zo klooien ook wij maar verder. We oriënteren ons niet meer lineair richting een einde of vergezicht - op kleine of grote verhalen - maar worden door een eindeloze hoeveelheid prikkels continue afgeleid.
Die niet-aflatende afleidingen en opties zijn zo overweldigend, dat we ons daarom tegenstrijdig genoeg juist gaan fixeren op wat de ideale optie is: de ideale date, restaurant, carrière of ervaring. En daarom storten we ons dus nóg meer in de stroom van mogelijkheden, verkrampt vergelijkend en doorzoekend naar perfectie, zonder oog voor wat ons in de realiteit omringt. En perfectie komt er natuurlijk niet, met een diep onbevredigend gevoel tot gevolg.
In die zin is er misschien wel (en dit is voor eigen rekening) een parallel met het bredere debat over de maatschappelijke impact van technologie als AI. Door generatieve AI als chatgpt en dalle vallen we momenteel op hoge snelheid van de ene in de andere toepassing, maar vergezichten en verhalen over hoe we ons tot AI willen verhouden, ontbreken veelal. Zeker - en verontrustend genoeg - is dat het geval in de de meeste verkiezingsprogramma's, maar ook bij bedrijven en overheden die er voluit mee innoveren en het al toepassen. Maar zonder narratief of verhaal is er geen houvast, en zullen burgers en klanten zich (weer) overweldigd voelen, met nog meer onrust en onbevrediging tot gevolg.